Zelfs de blauwe envelop verdwijnt een keer

Dit artikel is verschenen in het NRC – Klik hier voor het originele bericht

Koninklijke Van der Most Nederland heeft nog één enveloppenfabriek. Maar een krimpende postmarkt dwingt ook Koninklijke Van der Most tot verandering.

Dat is raar, denkt Rob van der Most op 13 oktober 2015. Zit Eric Wiebes nu te vieren dat hij ons bedrijf om zeep helpt? Op beelden van een persconferentie had hij de staatssecretaris van Financiën letterlijk het mes in zijn product zien zetten. Wiebes kondigde het einde van de papieren communicatie van de Belastingdienst aan door een taart aan te snijden met een afbeelding van de befaamde blauwe envelop.

„Honderd is een mooie leeftijd”, glimlachte Wiebes, verwijzend naar het jaartal dat die karakteristieke envelop voor het eerst op de mat viel: 1916. En nu was het genoeg. Achter hem stonden borden: „Vaarwel blauwe envelop.”

Veel Nederlanders lagen er waarschijnlijk niet wakker van. Rob van der Most wél. Want sinds de jaren zestig is zijn enveloppenfabriek – de grootste van de Benelux – in het Gelderse Heerde de leverancier van onder andere de blauwe envelop. En hoewel het met de digitaliseringsplannen van de Belastingdienst niet zo vlot loopt, zijn ze wél indicatief voor de algemene trend: sinds de opkomst van internet krimpt de post- en enveloppenmarkt langzaam. Familiebedrijf Koninklijke Van der Most ging daarom de afgelopen jaren op zoek naar een nieuw businessmodel.

„We maken nog altijd anderhalf miljard enveloppen per jaar”, vertelt Rob van der Most in zijn kantoor. Hij runt het bedrijf, waar tweehonderd mensen werken, met achternicht Marriël van der Most en haar vader, achteroom Cor van der Most. „Maar we weten ook al zo’n twintig jaar dat het geen groeimarkt is.”

Even verderop, in de enorme fabriekshal, draait dag en nacht de apparatuur die nodig is om een envelop te maken: denk aan vouwmachines en bedrukkingsmachines. Er staat ook een ‘insteekmachine’ die de envelop gelijk kan vullen; veel klanten laten hun brieven bij Van der Most drukken.

Enveloppen zijn er in alle soorten en maten. Zo wil het Wereld Natuur Fonds duizenden bontgekleurde enveloppen voor zijn kinderclub. De politie wil anderhalf miljoen aangiftemapjes. „Hoeveel worden dit er?”, roept Marriël van der Most naar een man in bedrijfskleding, wijzend naar een paar dozen Achmea-enveloppen. „3,5 miljoen”, lacht hij. En dan koopt de Belastingdienst hier ook nog altijd jaarlijks zo’n 150 miljoen enveloppen.

Bankrekeningen

Van der Most begon in 1904 als drukkerij onder Willem van der Most, overgrootvader van Rob en Marriël. Pas in 1950 ging het bedrijf over op enveloppenproductie. „Het was een groeimarkt”, vertelt Rob van der Most. „Mensen openden bankrekeningen, er kwam steeds meer correspondentie vanuit de overheid.” Het hielp dat Schiedammer Van der Most zijn drukkerij in Heerde had geopend: tussen IJssel en Veluwe zit van oudsher veel papierindustrie.

Ooit telde Nederland een handvol enveloppenfabrieken, nu is Van der Most de enige. Vanaf het begin van de eeuw werd de markt lastiger: bankafschriften verdwenen voor een groot deel, en ook de overheid probeerde communicatie steeds vaker digitaal te regelen. Dat is vaak goedkoper en sneller.

Bij Van der Most werden die ontwikkelingen soms met scepsis gevolgd. Waarom de blauwe envelop wegdoen? „Het is een hartstikke mooi marketinginstrument”, zegt Rob van der Most. Hij schreef in 2015 een brief – per post verstuurd – aan Wiebes: „De blauwe envelop is de best geopende envelop van Nederland.”

De staatssecretaris kon hij niet overtuigen. Wel kwam er hulp uit andere hoek: de digitalisering bij de Belastingdienst schiet niet op. Afschaffen van de blauwe envelop werd uitgesteld, net als de verdere overgang naar de – relatief weinig gebruikte – ‘digitale berichtenbox’ MijnOverheid.nl. Hetzelfde gold voor de overgang van de rechtspraak van drukwerk naar digitaal. Bij Van der Most profiteren ze direct van dat soort haperende digitalisering. De fabriek maakt nog net zo veel blauwe enveloppen als voorheen, en ook voor de rechtspraak wordt meer geproduceerd dan verwacht.

Nieuwe markten

Maar het blijft uitstel. Dus werkt Van der Most aan een nieuwe toekomst. Voor enveloppen wordt voor het eerst ook naar de buitenlandse markt gekeken, en er worden meer soorten drukwerk gemaakt: denk aan bedrijfsmagazines, folders of formulieren voor vluchtgegevens van KLM-piloten. Ook mogelijk: dozen waar al het materiaal in zit voor stembureaus, zoals aftekenformulieren en bewegwijzeringspijlen zoals die afgelopen woensdag op veel plekken in Nederland zijn gebruikt.

Uiteindelijk willen Rob en Marriël vooral de digitale vijand tot vriend maken, door ook zélf online actief te worden. Het bedrijf nam al webdevelopers en andere IT’ers aan.

Wat een enveloppenfabriek met hen moet? Marriël geeft het voorbeeld van een marketingvorm waarbij een bedrijf in een brief verwijst naar een actiecode die ingevuld kan worden op een website. „Dan bouwen wij dus ook die website.” Zo kan je ook papieren enquêtes combineren met verwerking in een digitaal systeem.

Voor de Oost-Nederlandse afvalverwerker Rova runt Van der Most een website waarop bewoners kunnen aangeven hoe groot de container van hun voorkeur moet zijn. Daarna volgt automatisch een bevestigingsbrief.

„Grote bedrijven hebben het liefst zo min mogelijk leveranciers”, vertelt Rob; dat is efficiënt. Als je al decennia je enveloppen op één plek bestelt, waarom daar dan ook niet al je digitale communicatie regelen? „We profiteren ervan dat klanten Van der Most al kennen.”

De nieuwe activiteiten lopen volgens achterneef en -nicht goed: enveloppen maken nu rond de 60 procent van de omzet van 35 miljoen euro uit. Een paar jaar geleden was dat nog 85 procent. De winst lag in 2018 op 3 miljoen euro.

Wennen is het soms wel voor een bedrijf waar het geld decennialang uit het papier kwam. Derde directielid Cor van der Most vroeg zich enkele jaren geleden nog wel eens af waar het goed voor was, al die dure webdevelopers, en wat die dan precies doen. Marriël: „Maar een machine van een miljoen kan hij als het ware zó aanschaffen.”